Jacco Maris is in 1970 geboren in Oosterhout en woont nog steeds in de buurt van Breda. Hij is van oorsprong etaleur/ decorateur en hield zich aanvankelijk dan ook vooral bezig met het bouwen van etalages en decors. Ook heeft hij een jaar op de Academie in Eindhoven gezeten, maar die heeft hij niet afgemaakt. Al snel richtte hij zich op winkelinrichting en in 1994 begon Jacco voor zichzelf. In 1995 vroeg iemand hem of hij ook een lamp kon maken. Hij had het in die tijd niet ruim, maar was altijd wel in de weer met metaal. En dus had hij nog het nodige aan buisjes en stukjes metaal liggen. Dus onderzocht hij hoe hij uit minimale materialen maximaal resultaat kon halen.
Het resultaat was de decoratieve lamp ‘Ruban Plie’, wat staat voor ‘gebogen lint’. De eigenaar van een lampenwinkel zei tegen Jacco: ‘Ik koop er één van je en dan zien we wel hoe hij loopt.’ Toen Jacco terug kwam van een week vakantie lag de hele kamer vol met printpapier: zeven meter bestellingen in één week tijd! Deze lamp was gelijk een succes en toen is ook zijn eerste collectie ontstaan. Die collectie bestond uit een model voor boven een ronde tafel, een model voor boven een ovale tafel en een wandlamp. Die lamp is later veel gekopieerd.
Inmiddels ontwikkelt Jacco vanuit zijn bedrijf Jacco Maris Design vele bijzondere licht armaturen. Er werken momenteel dertien mensen en iedereen is intern opgeleid. Jacco wilde liever mensen die echt willen en die inzicht hebben dan iemand die strak geschoold is en louter in vaste patronen denkt. Hij wil graag dat mensen zelf dingen ontdekken en zich ontwikkelen. Stap voor stap pakte iedereen het op en iedereen die hier werkt, kan inmiddels alles maken.
Ik zie design als een oplossing om een ontwerp functioneel en mooi te houden.
Nog steeds haalt Jacco maximaal resultaat uit minimale middelen. En wat ook is gebleven is zijn liefde voor metaal. Metaal is voor Jacco een dankbaar materiaal. Het is vormbaar, sterk en duurzaam. Maar het laat zich vooral bewerken tot de uitstraling die zij wensen. Gieten vindt Jacco nog steeds een mooi ambachtelijk procedé. Net als walsen. En hij wordt ook nog steeds blij van een decoratieve lamp als de Ode 1647: een kroonluchter gemaakt van gevlochten massa kabels. Jacco is twee jaar bezig geweest om die lamp goed in vorm te krijgen, maar hij is nu wel helemaal af. Niemand kan die lamp nog mooier maken.
De meeste ontwerpen zijn van de hand van Jacco, maar er ontstaan ook licht objecten uit samenwerkingsverbanden. Als de schets is gemaakt, denkt Henk van R&D mee hoe het product technisch gemaakt kan worden, hoe het in elkaar gezet moet worden, hoe het uit elkaar gehaald kan worden, hoe het makkelijk getransporteerd kan worden en dus goed in een doos past. En ook hoe je zorgt dat de electra niet doorbrandt en dat het materiaal niet uitzet. Maar wat minstens zo belangrijk is, is dat je bijvoorbeeld geen lelijk schroefje ziet. Daar komt design om de hoek kijken. Design is voor Jacco een oplossing om een ontwerp tegelijkertijd functioneel en mooi te houden.
En dan wordt productie erbij betrokken. Zij weten als geen ander of Jacco en Henk niks over het hoofd hebben gezien. Of het toch niet beter op een andere manier gemaakt kan worden. De werkplaats chef was 16 jaar toen hij hier kwam werken. Inmiddels is hij 40. Hij werkt hier dus al zijn hele leven. Geen opleiding, als stagiair binnengekomen en nooit meer weggegaan. Dat vindt Jacco mooi. Hij weet ook alles. En hij weet alles te liggen in de werkplaats. Die mannen in de werkplaats hebben veel know how. Als productie het eenmaal oppakt, kan Jacco weer verder met nieuwe dingen. Ze doen het allemaal samen!
Uit minimaal materiaal haalde ik maximaal resultaat.
De ontwikkeling van een nieuw product kent verschillende startpunten. Dit kan zijn vanuit het materiaal dat beschikbaar is, zoals bijvoorbeeld de ‘Needles & Pins’. Dit kan zijn vanuit het idee of de essentie, zoals bijvoorbeeld de Ode 1647: een kroonluchter die decoratief is, aandacht vraagt en dus een echte eye catcher is. En het laatste startpunt is vanuit functie. Een mooi voorbeeld hiervan is de Solo. Een gegoten lamp, sober en mooi met lichtbundels naar boven en naar beneden. Deze lamp had Jacco in tien minuten bedacht en dit is nog steeds één van hun meest succesvolle lampen. Ook deze lamp kent een bijzonder detail: de pootafdruk aan de achterkant van de lamp is van zijn overleden hond Solo. Daar komt dus de naam van deze lamp vandaan.
Veel van mijn tijd gaat naar specials: lampen in opdracht. Voor kantoren, voor publieke ruimtes, maar ook voor in bijzondere woonhuizen. Het ontwerp gaat altijd in nauw overleg met de opdrachtgever. De materialen zijn altijd herkenbaar voor Jacco Maris Design. En de nieuwste aanwinst in de collectie is de Clark. Niet rond, vierkant of ovaal, maar een nieuwe vormentaal: een driehoek en dan net wat opgeblazen en die er net even een ander licht uitgooit. Anders dan anderen weten ze bij Jacco Maris Design de puurheid van het materiaal naar boven te halen. Zij geven hun producten echt een ziel. De Clark wordt in aluminium of brons gegoten in een gieterij om de hoek in Etten-Leur. In de eigen werkplaats wordt de lamp vervolgens geschuurd en gepolijst. Maar altijd net even anders dan anders. Ze letten op de kleinste details en dat kan gaan over een zorgvuldig afgeslepen randje. En omdat ze bij Jacco Maris Design hun producten altijd in elkaar zetten met een schroef-bout verbinding, kan de lamp altijd weer heel makkelijk uit elkaar worden gehaald en dus hergebruikt worden. Ze proberen zoveel mogelijk circulair te werken. Vervolgens wordt het product gepoedercoat, worden de losse onderdelen uitgefreesd en wordt de lamp gemonteerd, voorzien van electra en tot slot behoedzaam ingepakt. En dan gaat de lamp naar weer een blije klant.
De weg naar een nieuw product is voor Jacco nog steeds het meest interessant. Dus het ontwerpen an sich. Uiteindelijk wil hij dan ook meer vrijheid om lichtobjecten te maken met een verhaal. Functieloos. Lampen die bij wijze van spreken in het museum kunnen staan. De ‘Idée Fixe’ met de sierlijke goud uitgesneden kap komt daar het meest in de buurt. Wat Jacco daarin trekt, is de behoefte van het niet moeten. Nu moet hij nog aan veel eisen voldoen en die legt hij zichzelf ook op. Maar het leukste blijft toch iets te maken wat niet ingekaderd is.