Vandaag is het Prinsjesdag. Ik kan me jaren herinneren waarin we ons rond de derde dinsdag van september minder druk hoefden te maken over de economie, de maatschappij, onze omgangsvormen, of onze mentale gesteldheid. Dat waren jaren waarin we ons niet hoefden af te vragen hoe om te gaan met 35.000 nieuwe werklozen per maand, die vooral het gevolg zijn van een alles ontwrichtende pandemie. De impact van COVID-19 wordt steeds meer zichtbaar, en dat terwijl de echte economische klappen waarschijnlijk nog moeten vallen.
De problemen liegen er niet om, maar als we denken in oplossingen, kan de crisis ook het startpunt zijn van iets moois. “Never waste a good crisis,” zei Sir Winston Churchill al. Op de ruïnes van de pandemie kan een economisch herstelprogramma worden gebouwd dat niet alleen de kortetermijn-uitdagingen aanpakt, maar bovenal adaptief en toekomstgericht is.
Prinsjesdag 2020 sterkt me in de overtuiging dat fors investeren in kennis en onderwijs dé manier is om uit deze crisis te komen, én om Nederland welvarend en competitief te houden in de toekomst. Zoals ik al vaker schreef bestaat er een fundamentele mismatch tussen beschikbare banen en het aanbod van arbeid in ons land. Onze huidige beroepsbevolking heeft niet de digitale kennis en vaardigheden voor de banen van nu, en al helemaal niet voor de banen van de toekomst. En op de langere termijn doemt een nog groter gevaar op: in het onderwijs is het lescurriculum verouderd, en leiden we onze kinderen op voor de banen van gisteren.
Het goede nieuws is dat dit kabinet richting het einde van haar kabinetsperiode daar ook steeds meer van doordrongen raakt. De invoering van het nieuwe lescurriculum kan en moet nog steeds veel sneller dan 2025 (of misschien nóg later) zoals nu is voorzien, maar de regering toonde zich vorige week gelukkig wel bereid om grote en noodzakelijke investeringen te doen in kennisontwikkeling. Dat is één van de drie pijlers van het Groeifonds van €20 miljard van ministers Hoekstra en Wiebes waar de komende 5 jaar extra geld voor beschikbaar komt, en dat is zonder meer een stap in de goede richting.
Toch kan de overheid het niet alleen. Juist daar waar de overheid soms de flexibiliteit en slagkracht mist, moet het bedrijfsleven nú zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen met zijn kenmerkende snelheid, concrete actie en anticiperend vermogen op de toekomst.
Door de crisis zitten veel goede mensen thuis, terwijl duizenden vacatures onvervuld blijven. Die kloof moet worden gedicht. Daarom heeft Microsoft de handen ineengeslagen met LinkedIn, om mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt gratis om te scholen en de digitale vaardigheden bij te brengen voor de banen van de toekomst. Dat doen we op basis van LinkedIn-data, waaruit blijkt dat er vooral vraag is naar specifieke soorten banen, zoals account- en projectmanagers, softwareontwikkelaars en business-analisten. Via het leerplatform werkinhetvooruitzicht.nl gaan we vanaf deze week 50.000 mensen met online trainingsprogramma’s klaarstomen voor banen die hen nu en in de toekomst perspecief bieden, zowel binnen als buiten de IT-sector. Bovendien helpen we werkzoekenden bij het maken van de juiste keuze voor een baan.
Ik ben ervan overtuigd dat de schaal waarop we dit doen, ons helpt om concreet bij te dragen aan economisch herstel. Zeker als ook andere bedrijven zich geïnspireerd voelen om vergelijkbare initiatieven te ontwikkelen. Want de tijd om te handelen is nu. De banen zijn er en de mensen zijn er. We moeten alleen nog met zijn allen de handen uit de mouwen steken om ze bij elkaar te brengen.