Reclame in de ruimte om het onderzoek rond cubesats te versnellen. Vierhonderd lege vakjes op een satelliet, die gevuld kunnen worden à rato van 2.500 euro per vakje. Met het eerste billboard in de ruimte willen vier studenten van de KU Leuven het Belgisch ruimtevaartonderzoek een financieel duwtje in de rug geven. Microsoft is sponsor van het eerste uur en dat hoeft niet te verbazen, zeggen de knappe koppen. “De manier waarop het bedrijf evolueert en de manier waarop satellieten evolueren, zijn vergelijkbaar.”
“Mensen laten denken dat het een grap is en hen dan verbazen omdat het toch echt is, dat is het effect waar we op mikken”, zegt Maarten Decat. Samen met Tjorven Delabie, Jeroen Vandewalle en Sofie Merckx richtte deze jonge student Spacebillboard.com op dat het “eerste billboard in de ruimte” wil gaan exploiteren.
‘Microsoft heeft volgens mij altijd geprobeerd om technologie bereikbaar te maken voor de massa, om technologie te democratiseren. Dat is ongeveer hetzelfde wat wij met de cubes proberen te doen.’
“Begin 2016 lanceert het KMI, in het kader van een ESA-project, een satelliet in Brazilië”, legt Decat uit. “Het is op die satelliet dat we een oppervlakte van tien op tien centimeter aan reclameruimte gaan aanbieden. Die tien op tien centimeter verdelen we in 400 vakjes. Bedrijven kunnen daar logo’s of commerciële boodschappen opzetten en betalen 2.500 euro per vakje. Daarnaast is er ook ruimte voorbehouden waar iedereen berichtjes mag plaatsen en dat kost één euro per karakter. Zo’n boodschap mag maximaal 140 karakters bevatten. Begin oktober werd het project aan het grote publiek voorgesteld op een persconferentie.”
Onzichtbaar van op aarde
Elk van de beschikbare vakjes is dus een kwart vierkante centimeter groot. De clou is dan ook dat het billboard helemaal niet te zien zal zijn vanop aarde. “Nee, dat klopt”, lacht Decat. “De sponsors komen wel op onze website en we hopen natuurlijk ook op de nodige buzz in de media. Het geeft bedrijven daarnaast ook de kans om op de allereerste billboard in de ruimte staan. Hoeveel zullen er dat kunnen zeggen?”
‘Het democratiseringsverhaal zal voor Microsoft gewoon verder gaan, denk ik. Maar dan zal het niet meer over pc’s gaan, maar bijvoorbeeld over cloud-technologie of het internet of things.’
Microsoft was alvast één van de vijf eerste sponsors van het project. Er werden vier vakjes aangekocht voor een totaal van 10.000 euro. Het bedrijf steunt zo ook het ruimtevaartonderzoek in ons land, want daar is het uiteindelijk allemaal om te doen, zegt Tjorven Delabie. “We willen vooral de research versnellen rond cubesats, een nieuwe generatie goedkope satellieten die gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld datatransmissie, de observatie van de aarde of wetenschappelijke experimenten. Die cubes zijn heel klein en licht en verbruiken bijna geen stroom. Ze kunnen dus veel sneller, eenvoudiger en goedkoper ingezet worden dan reguliere satellieten.”
Coole nieuwe dingen doen
Met het opgehaalde geld kunnen Belgische studenten materiaal aankopen, testopstellingen en grondstations uitbouwen en misschien zelfs een lancering bekostigen, zo hoopt het team van Spacebillboard. “Het maximale bedrag dat we kunnen ophalen is één miljoen euro”, zegt Decat. “Als dat lukt kunnen meerdere studenten hier echt meerdere jaren aan werken. Maar zelfs als we maar aan de helft komen, kunnen we al heel veel coole nieuwe dingen doen.”
Decat doctoreert momenteel in de computerwetenschappen. Voor hem is het geen verrassing dat precies Microsoft geïnteresseerd was om mee te werken, zegt hij. “Ik zie wel wat parallellen tussen de evolutie die de pc pakweg de laatste twintig jaar heeft ondergaan en de evolutie van satellieten en ik denk dat Microsoft dat ook ziet. Microsoft heeft volgens mij altijd geprobeerd om technologie bereikbaar te maken voor de massa, om technologie te democratiseren. Dat is ongeveer hetzelfde wat wij met de cubes proberen te doen.”
En hoe ziet hij het bedrijf de komende vijf of tien jaar evolueren?
“Oh, dat democratiseringsverhaal zal voor Microsoft gewoon verder gaan, denk ik. Maar dan zal het niet meer over pc’s gaan, maar bijvoorbeeld over cloud-technologie of het internet of things.”