Meer Sandra Bullock gevraagd om meisjes naar STEM te krijgen
Inspirerende rolmodellen zijn de manier om jonge meisjes warm te maken voor een technologische opleiding of job.
Karen Verstappen
Communications & Public Relations Manager
Vrouwen in IT, zelfs Sherlock Holmes heeft moeite om ze te vinden. Niet verwonderlijk aangezien minder dan een derde van de sector vrouwelijk is. En laat die diversiteit nu juist zo belangrijk zijn voor de werkvloer. Bovendien wordt IT stilaan een knelpuntberoep. De Europese Commissie schat dat er tegen 2020 een half miljoen medewerkers te kort zullen zijn in die sector. Om daaraan het hoofd te bieden is het cruciaal dat we vrouwen in de sector aantrekken. Ook Microsoft wordt met deze uitdagingen geconfronteerd en dus lanceerden we vorig jaar ons eerste ‘Girls in STEM’-onderzoek. Dit jaar borduren we verder op wat we daaruit leerden. Wat bleek? Belgische meisjes en vrouwen die werken of studeren in Science, Technology, Engineering en Mathematics (STEM) zijn vaak erg creatief en door rolmodellen schatten ze hun prestaties hoger in.
Cijfers, computercode en afgemeten experimenten: op het eerste zicht heeft STEM weinig te maken met creativiteit, zeker wanneer het bij abstracte theorie blijft. Nochtans is het voor meisjes zeer belangrijk dat ze zich creatief kunnen uitleven. Het gebrek aan praktische testjes, oefeningen en amper verwijzingen naar de echte wereld, zorgen ervoor dat meisjes STEM-vakken niet associëren met creativiteit. Toch blijkt er een sterke link te zijn tussen de creatievelingen en interesse in onder meer wetenschap en technologie.
Helaas zakt dat gevoel van creativiteit plots aanzienlijk wanneer ze gaan studeren aan de universiteit, in tegenstelling tot sommige andere Europese landen. Op een cruciaal moment in hun leven, wanneer ze de eerste stappen zetten richting carrière. Ondanks die dip voelen Belgische vrouwen die geneeskunde studeren, zich toch nog creatiever dan hun collega’s in een kunstopleiding. Wat de kracht van STEM zou kunnen bewijzen. Bovendien vinden vrouwen in de STEM-sectoren dat hun creativiteit verhoogt, in tegenstelling tot vrouwen uit de menswetenschappen. Uit alle sectoren zijn het de wetenschapsters die zich het creatiefst voelen. Ook in de technologiesector vinden Belgische vrouwen dat ze in hun job heel wat vindingrijkheid kwijt kunnen.
Gelukkig geloven Belgische meisjes niet in genderstereotypen. Ze vinden bijvoorbeeld niet dat jongens beter zijn in STEM en als ze zich een wetenschapper voor de geest halen kan dat even goed een vrouw als een man zijn. Hoewel het in hun hoofden dus goed zit, missen ze in de realiteit vrouwelijke rolmodellen waaraan ze zich kunnen spiegelen.
Die rolmodellen zijn oh-zo-belangrijk om hun interesse voor STEM aan te wakkeren. Zonder een voorbeeldfiguur of mentor om hen te inspireren geeft amper 13 procent van de Belgische meisjes en vrouwen aan interesse te hebben in STEM. Het laagste cijfer van alle onderzochte landen. Of ze nu opkijken naar Sandra Bullocks personage Ryan Stone uit de film ‘Gravity’, een wetenschapster bij NASA of een fictief personage zoals Lisa Simpson, het maakt niet uit. Als Belgische meisjes een rolmodel hebben, schiet hun motivatie voor STEM de hoogte in met 18 procent. Dat is meer dan een verdubbeling. Helaas, ligt het aantal meisjes met een rolmodel erg laag. Van onze 1002 ondervraagde Belgische meisjes en vrouwen, zegt slechts 35,1 procent dat ze een inspiratiebron in STEM hebben.
Voor Belgische meisjes maakt het, bovendien, weinig uit in welke discipline hun STEM-idool uitblinkt. Hun interesse gaat voor alle STEM-onderwerpen de hoogte in. Trouwens, Belgische meisjes houden van cijfers! Met een rolmodel maakt hun interesse in wiskunde een sprong van 15 procent, de grootste van alle STEM-vakken. Dat rolmodellen zoveel invloed hebben op interesse in STEM betekent dus maar een ding: we moeten succesvolle STEM-sters nog meer in de verf zetten.
We vroegen al eerder aan meisjes welke namen het eerst bij hen opkomen als ze denken aan belangrijke wetenschappers. In België zijn de twee meest voorkomende namen Bill Gates en Steve Jobs, daarna vallen ook de namen van Albert Einstein en Thomas Edison. Het is erg opvallend dat geen enkele respondent een Belgische STEM’er opnoemde. Het eerste ooit levende vrouwelijke rolmodel, Marie Curie, staat erg laag in de ranking. Aan vrouwen die nog in leven zijn wordt al helemaal niet gedacht. Als er een vrouw wordt vernoemd is het dus een historisch figuur of een fictief personage. Daarom: STEM-rolmodellen in de spotlight zetten is goed, vrouwelijke STEM-rolmodellen in de spotlight zetten is beter. Er zijn genoeg voorbeelden van straffe vrouwen in STEM, die helaas jammerlijk over het hoofd gezien worden. Denk maar aan de geniale Ada Lovelace. Deze 19de-eeuwse vrouw voorspelde twee eeuwen vooraf de komst van AI en schreef het allereerste computeralgoritme!
“Natuurlijk zijn meisjes even goed in wiskunde als jongens!”, riep Maaike (13) vol overtuiging tijdens ons DigiGirlz-event vorig jaar. De kans is groot dat Maaike een STEM-idool heeft. Want die rolmodellen geven een boost aan het zelfvertrouwen van jonge Belgische meisjes. Wanneer we ze vragen hoe goed ze zijn in een STEM-vak, geven ze zichzelf steevast een hogere score dan hun vriendinnetjes zonder rolmodel. Rolmodellen zijn dus goed nieuws voor hun motivatie om later ook iets met STEM te doen. Met een rolmodel hebben meisjes meer interesse in STEM, geloven ze meer in hun eigen kunnen en is er iemand die hen toont hoe boeiend een carrière in STEM kan zijn.
Het hoeft dus niet te verbazen dat meisjes met een STEM-rolmodel zich sneller een carrière als bijvoorbeeld fysicus, bioloog of computerwetenschapper kunnen voorstellen. Liefst 42 procent van Belgische meisjes met een rolmodel zegt dat ze later een job in een van de STEM-disciplines wel zien zitten. “En toch, kijken we naar Belgische vrouwen met een STEM-rolmodel, dan zien we dat maar een derde van hen effectief in een STEM-sector werkt”, zegt Elke Willaert. Als HR Director bij Microsoft BeLux wordt ze dagelijks met de uitdaging voor een meer genderdiverse werkvloer geconfronteerd. Ze schaart zich dus maar wat graag achter initiatieven om meisjes en vrouwen naar STEM te loodsen. “De passie voor STEM die rolmodellen bij jonge meisjes aanwakkeren, vertaalt zich dus nog niet naar meer vrouwen op de werkvloer in onder meer technologiebedrijven. Dat betekent dat er nog heel wat onbenut talent is”. Er is een zogenaamde ‘opportunity gap’. Wij krijgen alleen maar meer motivatie om ons te blijven inzetten voor meer meisjes in STEM!”
Om die kloof te dichten, helpt het ook om bekende STEM-instituten zoals CERN of leerkrachten naar voor te brengen als rolmodellen voor Belgische meisjes. Want dat zijn de personen die het meest invloed hebben op hun interesse volgens ons recentste onderzoek. Gek genoeg hebben hun vriendinnetjes amper invloed, terwijl die groep in de rest van Europa tot de top behoort. Wanneer meisjes een rolmodel hebben, hechten ze veel meer belang aan de steun en enthousiasme van hun familie en de jobs van hun ouders. Meisjes met een rolmodel willen door hun familie aangemoedigd worden en dan vooral door hun moeder. Voor Katleen Dewaele, philantropies lead bij Microsoft BeLux, is mama ook de persoon bij uitstek om meisjes aan te moedigen: “Zo’n idool is het ideale aanknooppunt om met je dochter over STEM te praten. Voor veel meisjes is mama de vrouw met wie ze de beste band hebben en steun van hen doet heel veel.”
“Zolang meisjes zo massaal hun interesse in STEM verliezen en we geen genderevenwicht hebben op de IT-werkvloer, blijven we zoeken naar manieren om meisjes en vrouwen te motiveren.”
“Zeker voor België is dat een hele klus, want meisjes verliezen op hun veertien jaar al hun interesse in STEM, terwijl ze die passie gemiddeld pas ontwikkelen op hun twaalfde. Een zeer korte periode dus om hen er blijvend enthousiast voor te maken”, zegt Katleen Dewaele.
Nog een reden waarom vrouwen nog sterk ondervertegenwoordigd zijn in STEM-jobs? Dat antwoord vinden we eigenlijk in onze studie van vorig jaar: meisjes hebben niet genoeg praktijkvoorbeelden. Amper 30 procent vindt dat ze genoeg praktische oefening hebben met STEM. Ze zien dus niet voldoende hoe creatief je kan zijn als IT-er of wetenschapper. Willen we jonge meisjes overtuigen om STEM te kiezen, dan moeten we meer inzetten op workshops die de creatieve kant van wetenschappen, technologie, ingenieursstudies en wiskunde benadrukken. Hoe we dat doen? “Door hen tools te geven zoals Minecraft waarin ze hun creativiteit de vrije loop kunnen laten,” weet Katleen Dewaele. “Daarom brengen we elk jaar STEM tot bij jonge meisjes tijdens Hour of Code. We nemen trouwens wat we leerden over het belang van creativiteit mee in onze toekomstige workshops zodat we die kant nog extra kunnen benadrukken. We organiseren ook elk jaar een DigiGirlz, waar we tal van toffe workshops, zoals programmeren met Micro:bit en robots bouwen met LEGO Mindstorms”. Kom op 5 mei naar DigiGirlz op het AND& Festival!